Aan het leven van Michel is in zijn jeugd niets opvallends te merken, tot hij op zijn vijftiende door teveel stress een burnout krijgt en zijn VWO niet kan afmaken. Daarna lukt het hem, ondanks vele pogingen, nooit meer om terug te gaan naar school. “Twee jaar lang zat ik op mijn kamer”, vertelt hij. “Met hulp van mijn vader begon ik na twee jaar kleine stapjes buiten de deur te doen. Hij was en is een grote steun.”

Mensen tot last

Als de jaren vorderen durft hij steeds wat meer, zoals zijn rijbewijs halen en alleen naar een onbekende plek. Toch lukt het hem niet om vrienden te maken. “Ik had altijd het gevoel dat ik een buitenstaander was. Mijn negatieve zelfbeeld zit me enorm in de weg. Altijd denk ik: ik ben mensen tot last, ik kan ze maar beter niet lastigvallen.” Een opleiding volgen is ook moeilijk, want door zijn burn-out heeft hij een laag concentratievermogen. Hij had graag een ICT-opleiding gevolgd. In plaats daarvan leert hij zichzelf allerlei vaardigheden aan, zoals programmeren, HTML-websites bouwen en 3D modellen maken.

Zingeving

Uiteindelijk wordt hij het thuiszitten zat. “Ik wilde meer zingeving in mijn leven. Maar ik vond het ook heel spannend. Op werk is er de druk om te presteren en dat was voor mij onbekend.” Hij zet toch door, want de wil om buiten zijn huis een leven op te bouwen is groter. Al is het als 34-jarige zonder werkervaring moeilijk om ergens binnen te komen. Hij richt zich specifiek op vacatures voor mensen met autisme en schrijft zich in als werkzoekende bij AutiTalent.

Sollicitatiegesprek

Na een tijd komt hij in contact met recruiter Sam. “Zij zag wat in mij en wilde me graag helpen, ondanks mijn gebrek aan ervaring. Ze vroeg of ze mijn cv aan Alliander mocht voorleggen. Daar zochten ze een datamedewerker. Tijdens het sollicitatiegesprek kon ik gelukkig goed uitleggen waarom die baan bij mij paste: ik had namelijk wél IT-ervaring, alleen had ik die zelf aangeleerd. Dat vonden ze genoeg.”

Datamedewerker

Als datamedewerker verwerkt Michel informatie in een systeem. Alliander beheert het energienetwerk in grote delen van Nederland. Al het onderhoud noteerden ze jarenlang op papier. Nu is de organisatie digitaal, maar af en toe komen ze nog dozen met oud schetsen tegen die gedigitaliseerd moeten worden. Michel: “Mijn werk is om al die schetsen na te kijken en te zien of ze in het systeem staan of niet. Staan ze erin, dan is dat goed. Staan ze er niet in, dan moet ik kijken of ze nog relevant zijn. Is het bijvoorbeeld een schets van een lichtmast die er allang niet meer staat? Dan kan de schets weg.”

Prestatiedruk

De eerste weken moet hij erg wennen. Hij voelt prestatiedruk, iets wat hij al die jaren heeft ontlopen. Toch pakt hij de kans met beide handen aan. Michel: “Ik ben iemand die precies en secuur werkt en ervaring heeft met computers. Dat waren de eigenschappen die ze zochten. Allianders participatieteam verwelkomt actief mensen met een doelgroepregistratie. Dus dit was een mooie combinatie.”

Eigen tempo

De opstart gaat op zijn tempo. De eerste week werkt hij één dag, de week daarna twee, en de derde week drie. “Ik ben vrij op dinsdag en donderdag zodat ik na elke dag werken een rustmoment heb.” Nadat hij goed is ingewerkt spreekt hij af om maandag en vrijdag op kantoor te werken en op woensdag thuis. Deze afspraken geven hem rust. “Ik kan het goed volhouden zo. In de toekomst ga ik misschien vier dagen in de week werken.”

Routine

Het blijft een hele omschakeling met zijn vroegere leven. Michel houdt graag vast aan routines en herhaling. Thuis ging dat automatisch, nu moet hij dat opnieuw opzetten. “Ik wilde mijn hele dag indelen: wanneer ga ik wat drinken, wanneer ga ik lunchen? Hoe voer ik mijn taken stap voor stap uit?” Om zichzelf rust te geven maakt hij een Excelbestand met daarin alle handelingen die hij uitvoert voor zijn werk. Dat laat hij ook aan zijn begeleiders lezen. “Dat geeft me bevestiging. Als ik een keer onzeker ben, kan ik altijd terugvallen op dat bestand.”

Ik maak mezelf soms gek met de gedachte dat ik niet goed genoeg ben.”

Gezamenlijke lunch

Ook het sociale aspect van werk is nieuw voor Michel. Makkelijk is dat niet. Michel: “Als ik één probleem zou moeten aangeven op werk, dan is het niet autisme, maar mijn negatieve zelfbeeld. Ik maak mezelf soms gek met de gedachte dat ik niet goed genoeg ben. Het kost me veel energie en daardoor ben ik minder geconcentreerd dan ik zou willen.” Gelukkig geeft zijn team hem de bevestiging die hij zoekt. Michel: “Ze vragen me mee voor elk koffiemoment. Ik vind het heel fijn om erbij betrokken te worden. Ik heb nooit vrienden of collega’s gehad en ik vind het prettig dat ik nu sociale relaties kan opbouwen. Daarom ga ik altijd mee, ook naar de gezamenlijke lunch.” Al is de maandag voor hem een uitdaging: “Dan is het heel druk in de kantine. Meestal ga ik dan na een kwartiertje weer terug naar mijn bureau.”

Evaluatie

Elke week heeft hij een kort gesprek met een ‘sociale teamleider’, en voor inhoudelijke vragen kan hij bij zijn ‘technische teamleider’ terecht. Relatiemanager Barbara van AutiTalent staat ook altijd voor hem klaar. “Als ik tegen problemen aanloop die ik niet met mijn teamleiders kan bespreken, dan kan ik bij Barbara terecht.” Ook komt zij af en toe langs voor een evaluatiegesprek met zijn teamleiders, zijn jobcoach en Michel zelf. “Dan bespreken we hoe de afgelopen weken zijn gegaan. Of er nog vragen zijn, of ik nog iets nodig heb. Een open moment met zijn allen samen. Dat vind ik fijn.”

Stappen zetten

Hoe langer Michel bij Alliander werkt, hoe zekerder hij wordt. Als hij ergens tegenaan loopt, vraagt hij direct een collega. En als iets even niet lukt, kan hij het makkelijker loslaten. “Het gaat echt goed. Steeds vaker durf ik te denken: het komt goed met me! Ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben stappen aan het nemen.” Het is een enorm verschil met de periode van zijn zestiende tot zijn vierendertigste. “Ik zat in een zelfgecreëerde bubbel waarin ik goed functioneerde, maar op een gegeven moment kom je stil te staan. Al die jaren heb ik me niet meer ontwikkeld. Nu leer ik dat het me wél lukt om sociale contacten te hebben, te werken en nieuwe dingen te doen. Soms voelt dat overweldigend, dan heb ik het even moeilijk. Maar dat gevoel wordt steeds minder. Het kost steeds minder energie, je went eraan, je voelt je steeds beter.”

Toekomstbeeld

Michel durft nog geen uitspraken te doen over de toekomst. “De toekomst kun je niet voorspellen. Ik probeer me vooral niet druk te maken. Ik bespaar mezelf de zenuwen en spanningen. Ik leef in het hier en nu. Op werk ben ik aan het groeien, ik vind het leuk en ik heb een fijne routine, en dat wil ik voorlopig zo houden!”

Andere verhalen