Hallo Ron! Wie ben jij?
Vrolijk lachend: “Hoi, ik ben dus Ron! Ik ben bijna 44 en woon met mijn vrouw en twee kinderen in Gelderland. Ik houd erg van fotografie en mooie beelden schieten. Bij mij in de buurt kun je prachtig wandelen en dat doe ik ook graag. Met heel hard Pearl Jam of Nirvana door mijn koptelefoon. Daar word ik rustig van.”
Luister je dat ook op kantoor?
“Af en toe werk ik met een koptelefoon op. Dan raak ik wat minder afgeleid. Voor mijn werk als camerabeeldspecialist moet ik me goed kunnen concentreren. We helpen de recherche met het uitkijken van camerabeelden in politiezaken, op zoek naar verdachte personen of andere opvallende zaken. Beeld voor beeld kijken we het materiaal uit en schrijven alles op wat we zien. Heel gedetailleerd werk waar je echt je hoofd bij moet houden. Een koptelefoon kan dan helpen.”
Klinkt als belangrijk werk. Zie je dat ook zo?
“Toen ik startte wist ik niet goed waar onze verslagen uiteindelijk terechtkomen. Ik heb het nagevraagd. Nu begrijp ik dat er hele belangrijke details instaan, die bijvoorbeeld worden gebruikt bij het verhoren van verdachten. De verslagen belanden ook bij het OM, de rechter of advocaten. Het leukste aan mijn werk vind ik het maken van hele duidelijke screenshots, zodat de verdachten herkenbaar in beeld komen. Dat is niet makkelijk, want het videomateriaal is vaak donker of korrelig. Ik zie het als een sport om met beeldbewerking toch het beste resultaat te krijgen. Zodat ze bijvoorbeeld in Opsporing Verzocht gebruikt worden.” Glunderend: “Ik noem mezelf daarom liever een visueel expert.”
Je bent dus visueel erg sterk. Wat zijn jouw andere talenten?
Denkt even na. “Ik denk dat ik ook goed ben in luisteren en het verbinden van mensen. In mijn team word ik gezien als de gangmaker die geïnteresseerd is in zijn collega’s. Ik heb tien jaar lang in de GGZ gewerkt, heel sociaal werk. De laatste paar jaar werkte ik als begeleider op een gesloten psychiatrische afdeling met mensen met een beperking. Ik heb hele goede herinneringen aan die tijd, vooral aan het een-op-een contact met mijn cliënten. Ik ontmoette bijzondere mensen en er werd veel gelachen. Toch was het ook zwaar. Er was veel agressie en de dagen waren soms slopend. Toen ik kinderen kreeg werd het teveel: ik kon na werk niet meer uitrusten want thuis wachtten de zorgtaken. Toen ben ik gestopt.”
AutiTalent helpt me bij het voeren van het gesprek over autisme.
Waarom meldde je je bij AutiTalent?
“Pas op mijn 37ste kreeg ik de diagnose autisme. Toen ik stopte met mijn baan in de GGZ werd ik onzeker en twijfelde ik over de volgende stap in mijn loopbaan. Ik had wel een aantal voorwaarden: niet teveel prikkels, duidelijke taken, en een vast aanspreekpunt. Dat is precies waar AutiTalent goed in is: door hun kennis van autisme snappen ze wat ik nodig heb. Ik ben meestal vrolijk, maar ik kan ook overprikkeld raken. Bijvoorbeeld als collega’s heel druk staan te praten naast mijn bureau. AutiTalent helpt me bij het voeren van het gesprek over autisme en geeft tips aan mij en mijn leidinggevende. Dat is fijn, omdat ik merk dat mijn omgeving me soms overschat.”
Wat moeten werkgevers en leidinggevenden weten over autisme?
“Allereerst: dat er niet één vorm van autisme is. We zijn allemaal verschillend. De één vindt het heel fijn om veel te lachen en praten, de ander wil liever wat meer rust om zich heen. Als ik kijk naar mijn AutiTalent-collega’s, heeft iedereen een eigen gebruiksaanwijzing. Het is belangrijk dat collega’s erkennen dat we wel degelijk autistisch zijn, ook al merk je er soms weinig van. Sommige situaties kunnen voor ons heel veel prikkels opleveren. Als dat herkend wordt en we het samen oplossen, is er veel minder kans om op den duur uit te vallen door bijvoorbeeld vermoeidheid.”
Wat heeft de toekomst nog voor je in petto?
“Ik ben ambitieus. In de toekomst zou ik graag verder groeien en hogerop komen. Ik kan via AutiTalent bij een loopbaancoach terecht of cursussen volgen. Maar voorlopig zit ik nog goed, hoor! Ik heb hele fijne collega’s die ik voorlopig nog niet wil missen. En het geeft voldoening dat ons werk echt wordt ingezet om politiezaken op te lossen.”